Toen ik met beeldhouwen begon, maakte ik eerst een ontwerp en probeerde dat dan zo getrouw mogelijk uit te voeren. Maar dat keurslijf heb ik al gauw afgeworpen. Nu ga ik uit van de mogelijkheden die ik in de steen of het stuk hout tevoorschijn zie komen. Soms is een globaal idee van wat ik wil realiseren voldoende, maar meestal maak ik wel een schets. Aan het eind van een dag hakken maak ik wat foto’s en gebruik die om een plan te maken voor de volgende keer.
Ik vind het leuk om te experimenteren met stenen die ik in de natuur heb aangetroffen. Altijd kijk ik om me heen of ik iets bruikbaars zie. Zo zag ik in 2009 bij Waldheim a.d. Mulde, Sachsen, rondom boerderijen snoeren van zwerfstenen (voorlaatste ijstijd). Ergens in een greppel vond ik een granieten kei die ik kon meenemen. In 2019 viel me in Metz op, hoeveel monumentale gebouwen en standbeelden er waren van gele steen. Die moest dus in de buurt te vinden zijn. Bij het plaatsje Jaumont lagen langs een veldweg geschikte brokken van die ‘pierre de Jaumont’.
Met even veel plezier maak ik beelden uit steen die ik cadeau krijg of in de afvalbak van een steenhandel vind. Of uit hout dat vrienden me geven.
Het echte genoegen haal ik echter uit het creatieve proces, los van de geschiedenis van het materiaal.